Rechters en een Raadsel
Dit is een oud volkslied over een soldaat die deserteert om bij zijn lief te zijn. Het meisje kan hem redden van de dood door vier raadsels op te lossen. Dit soort raadsels wordt ook wel eens een "richterraadsel" genoemd. Ze houden altijd verband met een veroordeelde. Als de rechters een raadsel opgegeven door een gevangene niet kunnen oplossen, of de verwanten van de gevangene kunnen een raadsel opgegeven door de rechters wel oplossen, dan wordt het leven van de veroordeelde gespaard.
Al in die stad van Wenen,
al in die grote stad
waar duizenden soldaten
plezier hebben gehad,
daar was er een soldaatje,
soldaatje net en fijn
dat ging deserteren
om bij zijn lief te zijn.
't Soldaatje dat ging lopen
al in de donkere nacht,
de wacht heeft hem gegrepen
en naar 't prison gebracht:
"Soldaatje, gij moet sterven,
ja gij verdient de dood.
Wij kennen geen genade,
uw misdaad is te groot."
Zijn lief zei tot de koning:
"Laat mijn soldaatje vrij.
Hij is mijn allerliefste,
mijn beste vriend is hij."
- "'k Zal u vier raadsels geven,
mijn lief en aardig kind.
Uw lief dat blijft in leven,
als gij die raadsels vindt.
Zeg mij, wat is een koning,
een koning zonder land?
Zeg mij, wat is een water,
een water zonder zand?
Zeg mij, wat is een spiegel,
een spiegel zonder glas?
Zeg mij, wat is de sleutel
die op alle sloten past?"
"Een koning uit het kaartspel
is een koning zonder land.
De tranen in mijn ogen
zijn een water zonder zand.
Een hartje vol van liefde
is een spiegel zonder glas.
Het geld dat is de sleutel
die op alle sloten past."
't Soldaatje kreeg genade,
't soldaatje kreeg pardon
omdat zijn lieve meisje
die raadsels raden kon.
Nu gaan zij samen trouwen,
ze redde hem van de dood,
ze zal hem mogen houwen,
hun liefde was heel groot.
Al in die stad van Wenen,
al in die grote stad
waar duizenden soldaten
plezier hebben gehad,
daar was er een soldaatje,
soldaatje net en fijn
dat ging deserteren
om bij zijn lief te zijn.
't Soldaatje dat ging lopen
al in de donkere nacht,
de wacht heeft hem gegrepen
en naar 't prison gebracht:
"Soldaatje, gij moet sterven,
ja gij verdient de dood.
Wij kennen geen genade,
uw misdaad is te groot."
Zijn lief zei tot de koning:
"Laat mijn soldaatje vrij.
Hij is mijn allerliefste,
mijn beste vriend is hij."
- "'k Zal u vier raadsels geven,
mijn lief en aardig kind.
Uw lief dat blijft in leven,
als gij die raadsels vindt.
Zeg mij, wat is een koning,
een koning zonder land?
Zeg mij, wat is een water,
een water zonder zand?
Zeg mij, wat is een spiegel,
een spiegel zonder glas?
Zeg mij, wat is de sleutel
die op alle sloten past?"
"Een koning uit het kaartspel
is een koning zonder land.
De tranen in mijn ogen
zijn een water zonder zand.
Een hartje vol van liefde
is een spiegel zonder glas.
Het geld dat is de sleutel
die op alle sloten past."
't Soldaatje kreeg genade,
't soldaatje kreeg pardon
omdat zijn lieve meisje
die raadsels raden kon.
Nu gaan zij samen trouwen,
ze redde hem van de dood,
ze zal hem mogen houwen,
hun liefde was heel groot.